Eat, Pray, Love
Door: suusq
Blijf op de hoogte en volg Suzanne
11 December 2011 | Vietnam, Hanoi
Maandag 5 december. Hoor de wind waait door de palmbomen... Nog steeds 'slecht' weer. Desalniettemin op het strand gelegen onder het mom van 'in de schaduw word je ook bruin'. Eind van de middag heb ik me overgegeven aan het Hollandse klimaat en de zak pepernoten erbij gehaald die Niels voor mij had meegenomen. Op Sinterklaasavond hebben we onszelf een pizza cadeau gedaan bij een chique Italiaan (let wel, alles is relatief). We merkten dat een groot deel van de toeristen hier Russisch was. Er waren zelfs Russische menukaarten! Wij hielden het bij Engels. De pizza's gorgonzola-salami en parmaham-parmesan smaakten ons heerlijk. Een nachtelijke duik lieten we die avond voor wat het was (koud en winderig). We hielden het bij cocktails in de lounge en een biertje op het strand en taaiden daarna af. "Ik kom hier voor m'n rust!".
Dinsdagochtend heb ik geprobeerd mijn innerlijke rust te vinden. Ik heb gedaan wat ik altijd al eens had willen doen: yoga op het strand. Al bleken we het uiteindelijk op een rooftop te doen. Ook prima. 'We' waren de Russische yogalerares, twee Russische meisjes en ik. Tijdens de les werd er dan ook niet zelden een Russisch woord gesproken. Spessiba, dacht ik na de anderhalf uur reiken en rekken, en wilde weglopen. "Eh, 200.000 dong" zei de Russin toen. Oja. Oepsie. Maar het was het waard. Helemaal zen begon ik de dag met mijn op straat gekochte passievruchten (5 voor 13.000 dong; nog geen halve euro). I love Asia!
Die dag hebben we twee scootertjes gehuurd (Niels en ik houden allebei van rijden en niet van achterop zitten). Het mannetje adviseerde ons hard door te rijden als we politie zouden zien, ook wanneer deze ons zou vragen te stoppen. De politie wilt namelijk altijd geld omdat toeristen geen Vietnamees rijbewijs hebben, wat natuurlijk helemaal niet vereist is hier. Op mijn hoede reed ik weg. Lekker om weer op een scooter te zitten! We reden, met wat kleine omwegen door het gebrek aan borden, naar de red sand dunes. Dit was best leuk om te zien. Op de grote hoop zand hebben we voor veel te veel geld van een jongetje twee sleetjes gehuurd om mee van de berg te roetsjen. Maargoed, alles wat we hier te veel betalen is liefdadigheid, zeggen we altijd maar. Het bleek helemaal een donatie toen we niet tegelijkertijd zouden sleeen (en we dus ook 1 slee hadden kunnen huren) en we bovendien nauwelijks vooruit kwamen. Wat ik al zei: ik ben blij dat ik het jongetje een leuke dag heb bezorgd.
Na onze scootertrip besloot ik eens een duik te gaan nemen in de zee. Naief liep ik met mijn zonnebril op het water in. Ik was tenslotte de rustige wateren bij Monkey Island en Phu Quoc gewend. Ik merkte al snel dat je hier moest opletten. De zee was sterk en de golven waren hoog. Ik probeerde op de goede momenten te springen, maar een bepaalde golf kon ik niet handelen. Mijn bril werd van mijn hoofd gespoeld, maar gelukkig zag ik hem een meter voor me drijven. Ik reikte naar de zonnebril, maar kon er net niet bij. Ik reikte verder en toen... Ik was afgeleid, lette niet op en zag de golf niet aankomen die me keihard overspoelde. Ik werd hard naar beneden gezogen, maar gelukkig was ik niet diep gegaan. Na een paar seconden was ik weer boven water en still alive. Zonder bril, met mijn staart uitgezakt en een geschaafd bovenbeen strompelde ik als een verzopen kat terug naar Niels. "Ik riep nog naar je dat je beter niet je zonnebril op kon houden als je ging zwemmen". Niet gehoord door de wilde zee denk ik. Gelukkig was het maar een Ray Bin. Sorry Les!
Woensdagmiddag arriveerden we na een busreis van weer zo'n vijf uur in Dalat, het door Lonely Planet als bohemien bestempelde stadje in de bergen. "Honeymooners and kitsch seekers will love the place". Ik was benieuwd. Het eerste dat opviel was het klimaat: het was hier wat kouder dan in Mui Ne. Dalat voelde aan als een Oostenrijks dorp in mei. We regelden een hotel en wandelden toen door het lente-zonnetje naar het Crazy House. Ik dacht dat ik had gelezen dat daar een gekke monnik zou wonen, maar ik moet het verkeerd begrepen hebben. Het Crazy House bleek een in Gaudi-achtige stijl ontworpen hotel/kunstwerk. Overal waren trappetjes. Sommigen brachten je tot grote hoogtes, en dat zonder veiligheidsmaatregelen. Dit zou in Nederland nooit zo kunnen, maar des te meer genoot ik er hier van. Er zijn in Vietnam uberhaupt minder regels, maar toch lijkt het land prima te functioneren. Het is wellicht niet zo rijk als Nederland, maar wie zegt dat dat beter is?
' s Avonds wilden we er maar weer eens het beste van maken (gezien het feit dat het nog steeds koud(er) en regenachtig was), maar dat bleek hier niet zo makkelijk als in Mui Ne. Het Vietnamese restaurant waar we aten was so so, and so was the pancake die we bestelden als toetje bij een ander restaurant. Die kwam rechtstreeks uit de magentron.
Donderdag hebben we weer scooters gehuurd. Hiermee zijn we naar een waterval gereden, die uiteindelijk (natuurlijk) niet zo spectaculair bleek. Ir you've seen one waterfall, you've seen them all, als je 't mij vraagt. Wel was er een leuk extraatje bij deze waterval: een bobsleebaan a la de Efteling, maar dan ogenschijnlijk wat onveiliger. Ik verzocht Niels dan ook te remmen voor de bochten waar geen vangrail stond. Enfin, we're still alive.
Via het centrale meer, dat midden in de stad ligt, zijn we naar the valley of love gereden. Eigenlijk wilden we bij het meer een bootje huren, maar gezien het weer (regen, kou, wind) en het gebrek aan dikke kleren, leek het ons beter door te gaan. The valley of love stond ook weer niet op de kaart/niet aangegeven, maar gelukkig hebben we een gezond verstand. We vonden de vallei en parkeerden onze racemonsters. De 'vallee d'amour', zoals de Vietnamezen de vallei blijkbaar zelf noemden, bleek een kermis voor grote mensen te zijn. Botsautootjes, Mickey Mouse, een meertje waar je zwaanvormige bootjes kon huren, een paardje en cowbow waarmee je op de foto kon... Uiteindelijk wilden de Vietnamze honeymooners en kitsch seekers alleen met ons op de foto. Het was leuk ook dit weer even gezien te hebben. Hoewel ik het gevoel heb dat iedere Westerse toerist naar Dalat gaat, oogt het hier niet toeristisch. Je ziet weinig blanken, Dalat is nog echt zoals het was, Dalat bestond ook voor de toeristen naar Vietnam kwamen. Dat is nice. De noodlesoep is hier dan ook gewoon heerlijk en Vietnamees, zoals-ie zijn moet.
Gewapend met een dik vest zijn we die avond naar V Cafe gelopen. Aangezien Lonely Planet het wat Dalat betreft aan het juiste eind bleek te hebben gehad, zou V Cafe een goed en leuk restaurantje moeten zijn. Ook dit klopte. Hoewel het nog vroeg was zat er al wat volk, er hingen schilderijen aan de muur en het licht was sfeervol: alleen kaarsjes. Later bleek dat de elektriciteit uit was gevallen, maar ook toen die het weer deed bleef het gezellig. We aten kip met chili en lemongrass en een spicy thai beef salad. Dit bleek ook echt spice te zijn, wat je zelden meemaakt in een toeristenrestaurant. Of eigenlijk uberhaupt zelden in Vietnam. Yummy! Als toetje nog een merengue-lemon-pie genomen, my favorite! We hadden er echt weer het beste van gemaakt.
De volgende morgen zijn we door de stromende regen, door de bergen, met een bus naar Nha Trang gegaan. Ons doel was niet om daar aan de buckets te gaan, maar om een voertuig naar Doc Let te pakken. Bij dit verlaten strand kon je immers niet rechtstreeks komen. Na een kleine lunchpauze met noodlesoep (best een goede voor een niet-plastic restaurant, nota bene in Nha Trang) namen we een taxi voor 500.000 dong. In feite was de taxichauffeur een of andere oom van het vrouwtje waarbij we vast een bus hadden geboekt terug naar Saigon. Zij wist nog wel iemand die ons goedkoop naar Doc Let kon brengen. Of dit goedkoop was betwijfelden we, maar soms heb je in dit soort landen weinig keuze. 60 kilometer verder bleek het toch best een goede keuze te zijn geweest. 25 dollar zouden we met een gewone (Vietnameze) taxi hebben overschreden. Doc Let bleek echt niets meer te zijn dan een stuk strand met een paar resorts. Wij hadden ons oog laten vallen op Paradise Resort. Een aantal bungalows en appartementen met zeezicht, drie maaltijden inclusief, gerund door ene Vladimir (Kroatisch, geen Rus), also known as Mr. Cherry, omdat de meesten hier Vladimir niet kunnen uitspreken. We kregen de mooist gelegen bungalow en constateerden dat je hier echt niets anders kon doen dan op het strand liggen. Als er zon was tenminste. In ons geval konden we dus niets anders doen dan met een boek op onze ligbedjes op ons overdekte balkon liggen. Geen straf.
Bij het gemeenschappelijke avondmaal bleek dat er ook een Zweeds gezin zat, drie Duitse jongens en een Amerikaanse man. De Zweedse papa leek op acteur Christian Walz. De Amerikaan op Sylvester Stallone. Al kon hij ook zo zijn weggelopen uit Pirates. Ik begroette de Zweedse babygirl met "hej hej", het enige Zweeds dat ik (helaas) zo ongeveer ken. Momenteel lees ik Eat, Pray, Love van Elizabth Gilbert. In het eerste deel, over pleasure, in Italie, leert Liz Italiaans. Ik krijg ook steeds meer zin on weer/nog steeds een taal te leren. Frans. Of Spaans. Of Zweeds. Of allemaal. Liz las ook elke dag een krantenartikel in de taal die ze aan 't leren was. Dat kan ik ook gaan doen. Ik merk dat Engels lezen ook steeds makkelijker gaat. Dat kan ik in ieder geal blijvdn doen back home.
De volgende dag, zaterdag 10 december inmiddels, arriveerden er nog meer mensen. Een Duits stel, dat op hobbits leek (klein en met een groot hoofd), en een Canadees gezin. Het gezin bestond uit grandma, pappa, mamma en drie jongetjes. Dit mengde leuk met de Zweedse kids. Zo grappig om te zien hoe kinderen met elkaar kunnen spelen en samen kunnen eten zonder elkaars taal te spreken. Het Zweedse jongetje lulde gewoon in het Zweedse tegen de Canadezen aan. Alle kinderen zijn bovendien niet verlegen. 's Morgens aan het ontbijt worden we door een jongetje begroet met "hi guys!". Na het ontbijt een strrandwandeling gemaakt en tot de conclusie gekomen dat er twee andere resorts zijn, een dure en een crappy one. We waren blij dat wij naar Paradise zijn gegaan en tussen het bonte gezelschap terecht zijn gekomen. Elke keer als ik langs Vladimir/Mr. Cherry loop, zegt hij "my god, those legs", met een soort Russisch accent (maar dat zal wel een Kroatisch accent zijn). Mr. Cherry is ongeveer 80. Paradise Resort is een soort Playboy Manson meets Villa Kakelbont, minus de herrie als je op je eigen balkon zit. Daar is het rustig vertoeven met een boek of je eigen gedachten. Ik lees en denk wat af. Ik blik terug op mijn studententijd en mijn reis. Het had achteraf gezien allemaal nog wel langer mogen duren. Ik had nog zo veel meer willen doen. Had ik mijn liefdes voor rechten en schrijven niet beter tot hun recht kunnen laten komen met een tweede studie Politicologie? Of Journalistiek en Media? Maar ik blik niet alleen terug, ik kijk ook vooruit. Ik heb zin om een baan te gaan zoeken, want er zijn zo veel leuke dingen die ik kan gaan doen, en wat dat betreft is mijn reis al geslaagd. Ik had twee maanden geleden niet eens zin om mijn nagels te lakken. Nu heb ik weer plannen voor tien. Ik ga niet treuren om de dingen die ik niet heb gedaan, want wat niet is kan nog komen. En op de dingen die ik wel heb gedaan kan ik met een grote glimlach terugkijken. Ik ben klaar voor het volgende avontuur: de volgende fase in mijn leven. Let me work it!
-
11 December 2011 - 09:33
Marga:
Wat een wijze woorden aan het eind.
Nog veel plezier de laatste dagen. Hopelijk met wat beter weer. -
11 December 2011 - 15:40
Leslie:
Mijn bril kwijt, meeeeen je niet! Wat een ellende. Dat van die watervallen komt me ok zo bekend voor, helemaal niks!
Bijna naar huis en dan hier weer een nieuwe start maken! Zo spannend, ben heel benieuwd. Tot heel snel love! Xxxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley